Het is geen park en geen plein maar een bijzondere plek aan de zuidkant van het dorpshart. Op 4 mei worden hier de doden herdacht in een korte indrukwekkende ceremonie. Op de andere dagen van het jaar is het er rustig, een groene plek bij het centrum, omgeven door wegen.
Wij kozen ervoor om de plek open te maken, en zodat het er meer bij het dorpshart hoort. Het plantsoen kreeg een bomendak van wit bloeiende prunussen (Prunus yedoënsis) en een vlak van vakken met Vinca afgewisseld met stroken halfverharding. Zoveel mogelijk bestaande bomen zijn gehandhaafd, ze konden worden ingepast in het strenge ordeningsprincipe en, ze vormden daarin een welkome verbijzondering. De markante magnolia is natuurlijk gebleven. De doorgaande fietsroute tussen Wageningen en Ede gaat met een fraaie curve door het plantsoen.
De bijzonder rijk bloeiende prunussen ieder voorjaar blijken een trekpleister te zijn voor de Bennekommers en het plantsoen wordt regelmatig als “mooiste plek van Bennekom” geroemd. De nieuwe opzet van het Bart van Elstplantsoen was aanleiding voor een ijssalon om zich hier te vestigen.
Begraafplaats "De Duinen" werd uitgebreid op twee naastgelegen weilanden die van oudsher behoren tot het belendend landgoed "De Duinen". Ze maken deel uit van het Beschermd Dorpsgezicht "Landgoederenreeks Eelde/Paterswolde". Bureau Vroom heeft de bestaande begraafplaats rond 1965 ontworpen.
In ons ontwerp zijn oud en nieuw zowel ruimtelijk als functioneel tot een hechte eenheid gesmeed met heldere lijnen. Bestaande routes zijn logisch naar het nieuwe deel doorgetrokken. De hoofdroute wordt begeleid door grasbermen waar niet in begraven wordt. Het nieuwe deel biedt ruimte aan 2964 graven, 250 urnenkeldertjes, 160 kindergraven, een urnenmuur en een strooiveld. De grafvelden zijn ongeveer even groot, maar verschillen van vorm. Verspreid over alle grafvelden staan bomen die opvallen door hun habitus, bloeiwijze of herfstkleur. De zuidrand van de eikenwal tussen beide weilanden vormtis een fraaie achtergronddecor voor de urnenmuur. De grafvelden zijn niet omkaderd door geschoren hagen maar door bloeiende heesterranden. Ze zijn nooit alzijdig omplant, zodat er altijd sprake is van een zekere openheid. Binnen de grafvelden bestaan de paden uit grasliggen graspaden. De graven liggen in stroken, nooit rug aan rug. De visuele relatie met het huis "De Duinen" is in ere hersteld, door in de zichtlijn van het huis over de gehele lengte van de begraafplaats alleen platte grafstenen toe te laten.
Het museum heeft binnen en buiten een complete gedaanteverwisseling ondergaan, om de drempelwaarde te verlagen en het meer uitstraling te geven. De museumtuin is openbaar toegankelijk en vormt een onderdeel van een wandelroute over de Leidse singels. De tuin werd geschikt gemaakt voor exposities van eigentijdse kunstenaars uit niet-westerse culturen.
Zowel in vormentaal als in de toegepaste materialen is het ontwerp eenvoudig. De verharding bestaat uit een combinatie van gele gebakken klinkers met een halfverharding van dezelfde blonde tint. De lichte kleuren maken het maaiveld zo “luchtig” mogelijk naast het vrij zware gebouw. De drie zijvleugels vormen twee zonnige besloten patio’s. De kleine patio iseen bloementuin, de grote heeft een complex programma: expeditie-ingang naar het souterrain en terras bij het museumcafé omsloten door een nieuwe pergola met blauwe regen. Aan de zuidkant kwam enkele jaren naar de renovatie nog een botenhuis in de tuin, voor de Waka, de Maori-kano uit Nieuw-Zeeland..
Dit Haagse park van ca. 110 ha, aangelegd rond WOII, was in verval. In nauw overleg met gebruikers is een Masterplan gemaakt voor renovatie. In het plan is de ruimtelijke opbouw, die in de loop der jaren was vervaagd, weer verhelderd. Er zijn condities geschapen om de recreatieve mogelijkheden en de natuurwaarden te verhogen.
De renovatie is inmiddels afgerond. De waterkwaliteit is verbeterd, het water kreeg ook ruimtelijk meer betekenis. Er zijn nieuwe thematuinen en twee extra in/uitgangen. De bestaande toegangen werden vernieuwd. Er is nieuwe verlichting en parkmeubilair. Ook de beplanting kreeg een grote onderhoudsbeurt
Eind jaren 90 werkte Anneke vanuit bureau B+B aan het parkeerterrein bij het Raadhuis in Ede. Later ontwierpen we vanuit ons eigen bureau ook de voorzone van de hoofdingang.
In het hellende gebied tussen het Raadhuis en villa Sterrenberg is een parksfeer gemaakt waarin het grote parkeerprogramma vooral niet mocht domineren. Bestaande bomen werden daarbij zorgvuldig ingepast en de parkeervakken werden door hagen omkaderd. Een kruis van gebogen parkpaden verbindt alles met elkaar en op strategische plekken werden nieuwe bomen en groepen rododendrons geplant.
In de buitenruimten is een “milde omgeving” gecreëerd, voor zover dat binnen de muren van een gevangenis mogelijk is. Er zijn acht deelruimten met steeds dezelfde vormmiddelen, in wisselende combinaties. Het ontwerp zoekt aansluiting bij de orthogonale structuur van het gebouw, maar het hoekige wordt op een aantal plaatsen bewust omspeeld met gebogen lijnen en vormen. Het verharde oppervlak is teruggedrongen, ten gunste van een vrij “groene” omgeving. Kleurtoepassing in de verharde sportvelden verlevendigt de ruimten. De kleuren gaan een relatie aan met de rode en gele gevelwanden van het gebouw.
Een nieuw onderwijsgebouw op Nijenrode (architectenbureau Quist-Wintermans) vormt een duo met een bestaand gebouw, gesitueerd op een voormalig rugbyveld in het bos. Tussen de twee gebouwen zijn twee patio’s gemaakt en er resteert een omringend grasveld. De toegang tot het complex loopt via een verbindingsgang tussen de gebouwen. Door twee strak gebogen wandelpaden is de toegang helder en worden de gebouwen verankerd in hun omgeving.
Voor de inrichting was een zeer beperkt budget beschikbaar. De patio’s zijn in een regelmatig streeppatroon voorzien van tegels, halfverharding en bodembedekkers langs de gevels. In dit patroon staan ook wilgen en banken. De tuin rondom is ingezaaid met een gras-kruidenmengsel en beplant met fruitbomen. In een schijnbaar willekeurig patroon liggen daarin omhaagde discussiehoekjes in de open lucht.
Dit ontwerp is in nauwe samenwerking met Ed Joosting Bunk gemaakt. De tuin ligt in een bouwblok op de eerste etage boven de parkeergarage en is omsloten door 70 senioren-appartementen. De daktuin is niet alleen een verblijfsplek, maar ziet er ook van bovenaf in ieder seizoen mooi uit. Om groeiruimte te maken voor boompjes is het middendeel 40 cm verhoogd. De betegelde zone rondom ligt op het niveau van de voordeuren en is aan de zonzijde verbreed. Hagen in plantenbakken zorgen voor een prettige overgang tussen de galerij langs de voordeuren en de tuin.
De verhoogde tuin is onderverdeeld in vier sferen:
- een grassentuin,
- een vaste plantentuin,
- een ‘volkstuin’ met kuipplanten en een hobbykas,
- een verborgen tuin achter de kas met lage bloeiende struiken en varens.
Een slingerend flagstonepad verbindt de vier tuinen. Ook aan de buitenkant is het seniorenblok zoveel mogelijk in het groen gezet.
D’Enterij is een parkje van 1,5 ha op een strandwal midden in Limmen. Het is een grote open weide die ruimte biedt aan talloze activiteiten en die ook op stille momenten voldoende intimiteit heeft voor de individuele parkbezoeker. De lange smalle maat (vanwege de strandwal) wordt in de lengterichting geaccentueerd door een spel van brede hagen van veldesdoorn en rijen lindenbomen op lage verhogingen in het terrein.
Drie echte buurtparkjes in de woonwijk Nieuw Oosteinde in Aalsmeer, met voorzieningen voor de bewoners van jong tot oud. De parkjes hebben elk hun eigen karakter en sfeer, maar de ontwerpen zijn ook familie van elkaar.
Begraafplaats De Walakker ligt aan de grote es ten zuiden van Zuidlaren, op het erf van een voormalige boerderij. Het oude huis en de stal doen dienst als aula.
De eerste aanleg uit de 70-er jaren (ontwerp bureau Hollema) heeft een erg nadrukkelijke vorm: een waaier van grafvelden gericht op de aula. De gemeente Tynaarlo wilde met de noodzakelijke uitbreiding naar twee zijden goed aansluiten op de eerste fase, maar zag ook de zwakke kanten ervan. In ons ontwerp voor de uitbreiding worden de drie delen van de begraafplaats bijeengehouden door een lange laan. Aan het eind daarervan ligt eende nieuwe licht gebogen urnenmuur. Vanaf de laan ontsluiten rechte paden in verschillende richtingen de grafvelden. In het verlengde van deze paden is soms een uitzicht op de es gerealiseerdmaakt. De grafvakken zijn ruim opgezet, ze worden omsloten door bodembedekkers en struiken.
Bij het ontwerpen van tuinen is een intensieve dialoog met de opdrachtgever onontbeerlijk. Wat verwacht men van de tuin, heeft men groene vingers, is er tijd voor onderhoud, wat voor verhouding heeft men met de natuur? Het is dus voor ons van groot belang de gebruikers van de tuin goed te leren kennen. Verder zijn de bodemgesteldheid en het karakter van de omgeving zeer bepalend voor het ontwerp en in het bijzonder voor de beplantingskeuze.
Het is een uitdaging de relatie tussen binnen en buiten zo intensief mogelijk te maken. De gekozen vormentaal hangt dus bij voorkeur samen met de architectuur van het huis, met de bewoners en met het karakter van de omgeving. In alle gevallen proberen we om zoveel mogelijk een gevoel van ruimte te creëren en de wisseling van de seizoenen zichtbaarvoelbaar te maken.